De ingebrekestelling in de praktijk
Tijd en geld zijn de belangrijkste factoren bij een bouwproject en deze zijn vaak met elkaar verbonden. Wanneer een onderaannemer haar afspraken niet nakomt, wordt vaak eerst telefonisch contact opgenomen. Indien dit niet afdoende is, volgt een e-mail met het verzoek om de afspraken na te komen conform de planning. Echter, een ingebrekestelling die voldoet aan de voorwaarden van art. 6:82 BW is meestal het laatste pressiemiddel. Vaak wordt deze pas verzonden als nakoming binnen een voor de uitvoering redelijke termijn niet meer mogelijk is.
De redelijke termijn conform art. 6:82 BW verhindert het ontbinden van de overeenkomst en het inschakelen van een andere onderaannemer. Het uit laten lopen van de planning en een aansprakelijkheidsstelling van de opdrachtgever riskeren voor de verlate oplevering is geen optie. Echter, de consequenties van het prematuur ontbinden van de onderaannemingsovereenkomst blijven onverminderd groot. Het is daarom een keuze tussen twee kwaden.
Fraanje/Alukon
In het arrest Fraanje/Alukon overweegt de Hoge Raad samenvattend dat de eerdere gestelde termijnen in de gebrekkige sommaties en de ingebrekestelling niet zonder meer terzijde mogen worden geschoven. De gestelde termijnen zijn van belang voor de lengte van de redelijke termijn voor nakoming van de schuldenaar die wordt gegeven in de ingebrekestelling.
De Hoge Raad komt onder meer tot haar besluit, doordat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat art. 6:82 BW niet enkel dient te worden uitgelegd aan de hand van de strakke regels. Bij de toetsing van de voorwaarden in de ingebrekestelling heeft de rechter de mogelijkheid gekregen om tot een redelijke oplossing te komen die aansluit bij het kennisniveau van de schuldeiser van de wet.
Vragen om een toezegging
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het verzuim van de schuldenaar ook intreedt indien de schuldenaar niet of niet toereikend reageert op het verzoek om binnen een redelijke termijn toe te zeggen of na te komen. De Hoge Raad heeft daarom een aantal cumulatieve voorwaarden gesteld aan het verzoek:
– redelijke termijn voor de reactie;
– duidelijkheid over wat wordt gevorderd;
– specifiek aandringen op een mededeling.
De Hoge Raad laat open wat een redelijke termijn is voor de toezegging en hangt af van de omstandigheden. Wordt het verzoek bijvoorbeeld een dag voor de vakantie verzonden, dan zal een termijn van vijf werkdagen als niet redelijk worden aangemerkt. Daarbij is de lengte van de termijn eveneens afhankelijk van de gebruikelijke termijnen in de branche waarin de partijen actief zijn.
De planning kan irreëel blijken, waardoor de schuldenaar niet meer aan een acceptabel tijdspad kan voldoen. Dan biedt het verzoek om een toezegging te doen aan de schuldenaar de mogelijkheid om het verzuim in te laten treden conform art. 6:83 BW. Zo wordt op grond van de redelijkheid en billijkheid binnen een zo kort mogelijk tijdspad en zo min mogelijk vertraging in de planning gewerkt.
Ten slotte
Binnen projectorganisaties staat het realiseren van het einddoel binnen de planning op de eerste plaats. Hoewel het contact tussen partijen meeweegt in de beoordeling van de redelijke termijn en het lijdzaam achterover blijven hangen door de schuldenaar wordt afgestraft, blijft de ingebrekestelling een noodzakelijke vereiste. Waar trekt u de streep en wanneer stelt u uw schuldenaar in gebreke?
Kom alles te weten over de voorwaarden van de ingebrekestelling en de juiste routing naar het succesvol beëindigen van een overeenkomt. Schrijf u nu in voor de training: De ingebrekestelling in de praktijk.